PARIJS 2025: SURREALISME, ARTE POVERA, TOM WESSELMANN
Traditioneel is januari de maand om een bezoek aan de lichtstad te koppelen aan het kwalitatief tentoonstellingsaanbod in na- en voorjaar.
Drie kunststromingen uit het ‘modernisme’ kwamen aan bod: surrealisme, pop-art en arte povera.
Altijd een beetje jaloers over hoe zo’n grootstad met zulke kunstinstellingen dit soort kwalitatieve tentoonstellingen kan organiseren!
SURREALISME – Centre Pompidou
Opgezet als een doolhof, verkent de tentoonstelling "Surrealisme" de creatieve diversiteit van de surrealistische beweging, ontstaan in 1924 met de publicatie van het Manifest van André Breton.
De tentoonstelling combineert schilderijen, tekeningen, films, foto’s en literaire documenten en toont de werken van bekende kunstenaars uit de beweging
(Salvador Dalí, René Magritte, Giorgio de Chirico, Max Ernst, Joan Miró) evenals die van vrouwelijke surrealisten (zoals Leonora Carrington, Ithell Colquhoun, Dora Maar).
Bijna 140.000 werken (tekeningen, films, schilderijen, teksten, foto’s) zijn samengebracht in een multidisciplinaire tentoonstelling.
De tentoonstelling vertelt 45 jaar kunstgeschiedenis, van 1924 tot 1969.
Het manifest legde de basis voor het surrealisme als artistieke en literaire beweging. Het benadrukte de kracht van het onbewuste, dromen en de vrije associatie, waarbij logica en rede werden afgewezen.
Het manifest riep kunstenaars en schrijvers op om hun creativiteit te bevrijden van rationele beperkingen en te zoeken naar diepere waarheden door spontane en automatische processen.
Het surrealisme wordt gekenmerkt door onverwachte combinaties en vervreemdende beelden, waarbij alledaagse objecten in ongewone contexten worden geplaatst.
Dit roept een gevoel van verwondering en mysterie op. Het surrealisme speelt vaak met thema's zoals erotiek, angst, dood en het sublieme.
De thematische opbouw van de tentoonstelling in 13 hoofdstukken als een labyrint rond het ’manifest’ versterkt het mysterieuze.
POP FOREVER – TOM WESSELMANN – Fondation Louis Vuitton
Pop-art is een kunststroming die gelinkt is aan de naoorlogse golden sixties, de popcultuur en het Amerikaans consumentisme.
Het brengt kunst en dagelijks leven dichter bij elkaar: alledaagse beelden, advertenties, stripfiguren, massaproducten.
Felgekleurde, grafische en gestileerde beelden zijn typische kenmerken van pop-art, evenals de herhaling van motieven en het gebruik van commerciële technieken zoals zeefdruk.
‘Kleuren die knallen, lippen die lonken en vrouwen die naakt over het canvas kronkelen.
Fondation Louis Vuitton hijst de Amerikaanse popartkunstenaar Tom Wesselmann eindelijk op gelijke hoogte met Warhol en Lichtenstein’ aldus Dave Mestdach in Focus.
Een 150 tal werken gaan in dialoog met hedendaagse kunstenaars als Sylvie Fleury en Mickalene Thomas en zijn pop-art-collega’s.
Werken uit zijn reeksen Great American Nudes, Bathtub collages, de Smoker series, enz.
Mestdagh: ‘De expo belicht ook Wesselmanns evolutie: van vroege collages en akelig grootse stillevens tot werken die balanceren tussen schilderkunst, sculptuur en installatie,
vaak met multimedia-elementen als licht en geluid.”
Kunstcritici vonden dat hij de vrouw teveel als lustobject benaderde. Volgens de curator van de tentoonstelling was hij juist heel feministisch:
hij legde vrouwelijke lust en plezier vast, intimitiet en seksuele bevrijding. Zijn werk is alvast een feest van kleur en vorm, vaak drie-dimensioneel en conceptueel.
ARTE POVERA – Pinault Collection
In de Beurs du Commerce worden meer dan 250 historische en hedendaagse werken uit deze artistieke stroming uit de jaren 60 tentoongesteld.
De tentoonstelling belicht niet enkel de Italiaanse grondleggers maar ook de internationale invloed van deze beweging en dit rond de dertien hoofdrolspelers o.a. Anselmo, Boetti, Mario en Marisa Merz, Fabro, enz.
Deze Italiaanse kunstenaars brachten een origineel vrijgevochten oeuvre, los van bestaande conventies en dogma’s.
Ze creëerden de eerste ‘installaties’ in de moderne kunst. Daarvoor gebruikten zij eenvoudige materialen en technieken die de kijker betrekken bij hun werk.
Ze gebruiken uitdrukkelijk herkenbare natuurlijke en landelijke elementen (aarde, steenkool, water, bomen, …
zowel als meer kunstmatige en stedelijke elementen, die dikwijls object trouvé’s zijn in bouwmarkten (lood, balken, neonlampen, …)
In alle tussenruimtes gaan 13 kunstenaars uit de laatste decennia van de 20e eeuw in dialoog, waaronder David Hammons, Pierre Huyghe, D Harding, enz.
Een unieke overzichtstentoonstelling die naast een 50tal werken uit de eigen collectie een keur aan uitgeleende werken kon samenbrengen.
Hoed af voor curator Carolyn Christov-Bakargiev!